Hoe je omgaat met de verschillende leerstijlen
Net zoals het begrijpen van verschillende leertheorieën belangrijk is voor het vormgeven van je trainingsprogramma, moet je ook de verschillende leerstijlen van mensen begrijpen. Tenminste, dat is wat de meerderheid van de docenten denkt. 89% van de docenten gelooft in het afstemmen van de instructies op de leerstijl die de leerling verkiest. Je zou verwachten dat dit een goede werkwijze is, maar er is geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat het afstemmen van de instructies het leren verbetert.
Een veelgebruikt onderscheid tussen leerstijlen is het VARK-model. Volgens het VARK-model worden leerlingen geïdentificeerd aan de hand van de volgende voorkeuren:
Visueel leren (plaatjes, filmpjes, diagrammen)
Auditorisch leren (muziek, discussies, lezingen)
Lezen en schrijven (lijstjes maken, tekstboeken lezen, aantekeningen maken)
Kinesthetisch leren (beweging, experimenten, praktische activiteiten)
Hoe aantrekkelijk een systeem als VARK ook is - relatief eenvoudig te conceptualiseren en snel te beoordelen - iedereen houdt zich op verschillende manieren bezig met verschillende manieren van leren. De hersenen verwerken informatie op zeer complexe en genuanceerde manieren die niet zo eenvoudig te generaliseren zijn. Als je jouw trainingsmateriaal dus afstemt op een specifieke leerstijl, zullen je leerlingen waarschijnlijk leermogelijkheden missen. In plaats daarvan kan je beter voor een algemene aanpak kiezen, maar dan moet je programma wel sterk zijn, zodat de noodzaak om te personaliseren verdwijnt. Sterk betekent in dit verband dat:
De leerling zich betrokken voelt
De inhoud op meerdere manieren wordt weergegeven.
Het actie en expressie van de leerling stimuleert.
Het Universal Design for Learning is een benadering die deze manier van denken ondersteunt. Het wil tegemoet komen aan de behoeften van elke leerling in een traditionele klas of online leeromgeving.
Wat zijn de implicaties voor training?
Leertheorieën kunnen het ontwerp van je training en lessen bepalen. De theorie vormt de basis van het leerplan, ook al ben je je er misschien niet eens van bewust. Vind je het herhalen van feiten belangrijk om te leren? Of zie je jezelf meer als een facilitator dan als een instructeur? En ben je voorstander van een projectmatige aanpak? Bewust - maar zoals gezegd ook onbewust - zie je deze aspecten terug in je training en de manier waarop je lesgeeft.
En dit heeft natuurlijk een effect op je leerlingen. Stel dat je kiest voor een lesmethode die de nadruk legt op sociaal en visueel leren. Je leerlingen zullen zich later dan ook meer op hun gemak voelen in een werkomgeving waar samenwerking voorop staat en videopresentaties vaker voorkomen dan het lezen van teksten.
Wat zijn de factoren die leren beïnvloeden?
Leertheorieën vormen de kern van onderwijs. Maar je training baseren op leertheorieën is niet het enige dat invloed heeft op hoe goed iemand leert. Er spelen ook andere factoren mee.
Fysiologische factoren
Zintuiglijke waarneming
Een zintuiglijke beperking maakt leren moeilijker. Een blinde persoon heeft bijvoorbeeld meer moeite met leren dan iemand zonder visuele beperking als hij of zij niet de juiste hulpmiddelen krijgt.
Fysieke gezondheid
Als jij je lichamelijk niet goed voelt, dan worden je leermogelijkheden ook beperkt. Een gezonde geest is alleen mogelijk in een gezond lichaam.
Vermoeidheid
Dit houdt verband met punt twee, fysieke gezondheid. Als je lichamelijk of geestelijk moe bent, kan je niet de beste versie van jezelf brengen. Vermoeidheid kan verschillende oorzaken hebben, zoals te druk zijn, een onevenwichtig dieet of te lang studeren.
Tijd van de dag
Onderzoek heeft aangetoond dat leren het meest effectief is tussen 10:00 en 14:00 uur en tussen 16:00 en 22:00 uur, wanneer de hersenen het meest ontvankelijk zijn. Aan de andere kant is de minst effectieve leertijd tussen 4:00 uur 's ochtends en 7:00 uur 's ochtends.
Voeding
We mogen het effect van voedzaam eten niet onderschatten. Gezonde voeding is verantwoordelijk voor een efficiënte mentale activiteit. Slechte voeding heeft het tegenovergestelde effect. Van alcohol, cafeïne en nicotine weten we dat ze de hersenen beïnvloeden en je moet je bewust zijn van deze invloed.
Leeftijd
Het bewijs is onweerlegbaar: naarmate we ouder worden, neemt onze hersencapaciteit af. Het is over het algemeen gemakkelijker om te leren op jongere leeftijd dan op oudere leeftijd. De grootste stagnatie treedt op vanaf 25 jaar.
Psychologische factoren
Geestelijke gezondheid
Mentale spanning, complexen, conflicten, geestesziekten en psychische aandoeningen hebben een negatieve invloed op het leren.
Motivatie en interesse
Motivatie is de sleutel tot leren. Als je gemotiveerd bent om te leren, kan je informatie opnemen (en later weer oproepen en toepassen). Als je niet gemotiveerd bent, zullen de kennis en vaardigheden niet blijven hangen.
Positieve versterking
Niets is zo verslavend als succes. Als je succes ervaart of veel lof krijgt van je leraar of instructeur, geeft dat je vleugels. Soms kan het ook andersom werken. Het is bewezen dat oudere kinderen gevoeliger zijn voor berisping en verwijten dan jongere kinderen.
Omgevingsfactoren
Arbeidsomstandigheden
Goede verlichting, goede ventilatie, de juiste temperatuur en luchtvochtigheid hebben een positieve invloed op de mentale efficiëntie. Allerlei soorten afleiding tasten het concentratievermogen aan en daarmee ook de efficiëntie van het leren.
Organisatorische structuur
De organisatorische structuur omvat bijvoorbeeld het school- of trainingsschema. Het moet in overeenstemming zijn met psychologische principes en vermoeidheid en verveling voorkomen. Het is dus belangrijk om moeilijke onderwerpen te trainen op de beste leermomenten. Ook een positieve relatie tussen de docent en de leerling draagt bij aan het leerresultaat. Als de leerling de docent vertrouwt en gemotiveerd is, zal dit weerspiegeld worden in de leerresultaten.
Methodologie van instructie
Presentatie
De manier waarop het leer-/trainingsmateriaal wordt gepresenteerd is zeer belangrijk. Het moet er goed uitzien, georganiseerd zijn en aangepast worden aan het mentale niveau van de deelnemer. Docenten moeten het op een zinvolle en interessante manier brengen. Het trainingsmateriaal kan offline (in boeken, syllabus) of online (in een LMS, webinar of online presentatie) beschikbaar worden gesteld.
Al doende leren en tijdig testen
Herhaling en oefening zijn belangrijk om te leren. Leerlingen moeten worden aangemoedigd om toe te passen wat ze hebben geleerd (door een examen te doen om hun kennisniveau te beoordelen) of om te leren door middel van activiteit. Het blijft beter hangen als je een persoonlijke ervaring hebt met de leerstof. Je kan in een boek lezen hoe je moet reanimeren, maar oefenen op een pop is veel waardevoller.
Hoe zorg je voor een effectieve leerervaring?
Zoals we al vertelden, hebben veel factoren invloed op het leren. Als docent heb je geen invloed op alle factoren, maar slechts op een deel ervan. Richt je dus op wat je kan beïnvloeden.
Besteed tijd en moeite aan het maken van uitstekend trainingsmateriaal
Een bekende uitdrukking is dat "je eruit haalt wat je erin stopt". Dit geldt niet alleen voor voedsel, maar ook voor kennis. Kwalitatief trainingsmateriaal is een voorwaarde voor geweldige leerresultaten. Maar wat is kwalitatief trainingsmateriaal?
Uitdagend, maar niet te uitdagend
Om iedereen gefocust te houden, moet het materiaal een beetje hoger zijn dan het huidige kennis- en vaardigheidsniveau, maar niet te hoog
Het moet voortbouwen op de voorkennis, maar mag niet herhalend zijn. Het niveau van het materiaal moet uitdagend genoeg zijn, maar niet te uitdagend. Het is een dunne lijn. Als het materiaal te gemakkelijk is, voelen je leerlingen zich niet gemotiveerd en doen ze geen moeite. Aan de andere kant, als het niveau van de training te hoog is, raken leerlingen gedemotiveerd. Om iedereen gefocust te houden, moet het materiaal een beetje hoger zijn dan het huidige kennis- en vaardigheidsniveau, maar niet te hoog.
Look en feel
Ook de look en feel van je materiaal is belangrijk. Als het prettig is voor het oog, is het ook prettig voor de hersenen. Iedereen geeft de voorkeur aan een boek, papier of online lesmateriaal met heldere kleuren, afbeeldingen (of video's), een duidelijk lettertype (grootte), spatiëring, enzovoort, omdat het gemakkelijk te lezen is. Het is bewezen dat kleurgebruik in lesmateriaal een essentiële rol speelt bij het creëren van verschillende emotionele reacties en het vasthouden van de aandacht van leerlingen. Warme kleuren zoals rood, oranje en geel worden bijvoorbeeld gezien als ideaal om de aandacht van leerlingen te vergroten en hun actieve deelname te stimuleren. En het gebruik van een blauwe achtergrond verhoogt dan weer de kans dat de verstrekte informatie wordt onthouden.
Aandachtsspanne
Tot slot moet je rekening houden met de aandachtsspanne van je leerlingen. Ze kunnen zich niet de hele dag concentreren. Probeer daarom de moeilijke onderwerpen te behandelen wanneer het leren het meest effectief is en zorg voor natuurlijke pauzes tijdens de training. Zorg ervoor dat je online trainingstool deelnemers waarschuwt wanneer het tijd is om te pauzeren of gebruik een tool die microlearning ondersteunt. Volgens vele studies heeft de gemiddelde volwassene een maximale aandachtsspanne van ongeveer 20 minuten.
Steek tijd en moeite in je relatie met je deelnemers
Hoewel het oppervlakkig klinkt, begint het met respect voor de docent. Als mensen je aardig vinden, je vertrouwen en je hen motiveert, zijn ze bereid om een stapje extra te doen. Toon je deelnemers je interesse, steek tijd en moeite in het leren kennen van elkaar, geef hun zelfvertrouwen een boost en zorg ervoor dat ze zich geen nummer voelen maar creëer veilige en rustige plek, het zal lonen.
Besteed tijd en moeite aan het creëren van een geweldige sfeer op je trainingslocatie
Het begint met het regelen van de verlichting, goede ventilatie, de juiste temperatuur en luchtvochtigheid. Maar je kan ook invloed hebben op hoe je jouw klaslokaal presenteert. Het moet uitnodigend zijn, maar niet afleidend.
Kleurgebruik
Het gebruik van geel in je klas stimuleert je leerlingen om creatief te zijn
Net zoals het gebruik van kleuren in lesmateriaal een belangrijke rol blijkt te spelen, heeft het gebruik van kleuren in een klaslokaal dat ook. Groen wordt bijvoorbeeld geassocieerd met kalmte en zwart met droefheid. Het gebruik van geel in je klaslokaal stimuleert je leerlingen om creatief te zijn en helpt je om hun aandacht vast te houden. Dus stel dat je een trainingsdag organiseert over tekenen en visueel denken. In dat geval kan je gele accenten toevoegen aan je trainingslocatie.
LMS
Leren gebeurt tegenwoordig veel online. Je kan het leren positief beïnvloeden door een tool te kiezen, zoals een LMS, dat afleidingsvrij leren ondersteunt. De afleidingen bij het gebruik van een elektronisch apparaat zijn groot, maar als het leermiddel geen ruimte laat voor afleiding, is er tenminste één obstakel minder. Afleidingsvrije leermiddelen tonen bijvoorbeeld geen logo in de hoek. Alleen de leerinhoud is zichtbaar in warme kleuren en een gemakkelijk leesbaar lettertype.